Welkom op de website van Landelijk Doorverwijzen. Op deze site kunt u meer lezen over het project en de voortgang. Klik op start om te beginnen of maak een keuze uit het menu.
Om bij een verdenking op kanker zo snel mogelijk tot een accurate diagnose te komen is het van cruciaal belang dat het doorverwijsproces snel en volledig doorlopen kan worden. Het project Landelijk Doorverwijzen heeft als doelstelling een basis voor een duurzaam landelijk doorverwijssysteem te leggen waarbij patientgegevens binnen 24 uur beschikbaar zijn voor de ontvangende zorgverlener in het geval van een (door)verwijzing. Het project wordt gefinancierd door Alpe DHuZes. Door het project team wordt gewerkt aan drie paden binnen het project: Visie vorming, samenwerken op de inhoud, en concretiseren in een pilot. Hierbij wordt voornamelijk gefocust op verwijzing tussen ziekenhuizen, omdat daar het meeste winst voor de patient gerealiseerd kan worden. Op deze manier maken we stappen richting een ideaal verwijsproces.
De volgende onderwerpen komen in dit hoofdstuk aan bod:
Doordat verwijzingen in tweedelijns instellingen vaak decentraal worden afgehandeld en processen en informatie niet gestandaardiseerd zijn gaat veel tijd onnodig verloren in het verwijsproces. Automatisering blijkt vanwege het gebrek aan standaarden complex en een versnippering van (deel-)oplossingen voor het delen van informatie dreigt. Hierdoor is de mogelijkheid voor landelijke uitwisseling van patientgegevens in de toekomst niet gegarandeerd. Hoewel technische realisatie van informatie-uitwisseling een belangrijke bottleneck is, zijn de grootste uitdagingen niet technisch van aard, maar liggen op het gebied van organiseren, regie en standaardiseren.
De volgende onderwerpen komen in dit hoofdstuk aan bod:
Het toekomstscenario voor verwijzingen uit de eerste lijn is redelijk voorspelbaar: vanwege de status in standaardisatie en automatisering zal voornamelijk op kwaliteitsverbetering worden gestuurd. Voor verwijzingen uit de tweede lijn is de toekomst minder duidelijk en zijn meerdere scenario’s denkbaar. Een scenario waarin verschillende oplossingen naast elkaar bestaan lijkt voor de hand te liggen maar er zullen landelijk standaardisatieafspraken gemaakt moeten worden om toekomstige uitwisselbaarheid te waarborgen. Tevens kennen alle oplossingsrichtingen verschillende technische, juridische en financiu00eble uitdagingen. De grootste winst lijkt echter niet in techniek of de wetgeving omtrent techniek te liggen, maar in procesmatige verbeteringen en standaardisatie op de inrichting. Er zijn echter weinig factoren die deze procesverbetering stimuleren. Mogelijkheden zijn onder andere het ontwikkelen van richtlijnen, kwaliteitsindicatoren en mogelijkheden om deze richtlijnen te bekrachtigen.
De volgende onderwerpen komen in dit hoofdstuk aan bod:
De digitale uitwisseling van patientgegevens tussen zorgverleners onderling en tussen zorgverleners en patient is complex. Uit een technische analyse blijkt dat het verwijsproces ondersteund kan worden door zowel simpele als complexere systemen. Soms wordt voor een ingewikkelde architectuur gekozen terwijl een eenvoudig systeem zou volstaan. Verder blijkt dat op sommige niveaus, waaronder berichtstructuur, duidelijke standaarden zijn gekozen. Op het gebied van communicatie-architectuur is in Nederland echter nog geen heldere keuze gemaakt. Er zijn vier architectuurtypes geanalyseerd waarbij de XDS-architectuur de meest toekomstvaste keuze lijkt. Op korte termijn zal dit echter niet het meeste resultaat opleveren vanwege de lange realisatietijd en hoge investeringen. Daarnaast lijkt een Persoonlijk Gezondheids Dossier (PGD) als verwijsmiddel een onderbelichte oplossing die nader onderzoek verdiend in een Proof of Concept. De volgende onderwerpen komen in dit hoofdstuk aan bod:
De volgende onderwerpen komen in dit hoofdstuk aan bod:
Vele samenwerkingen op het gebied van medische informatie-uitwisseling kennen tijdens de technische realisatie een doorlooptijd van meer dan een jaar. Dat kan gegeven de intensiteit van de samenwerking en de functionele vraag die dat stelt aan gegevensuitwisseling noodzakelijk zijn; soms zullen eenvoudiger oplossingen echter kunnen volstaan. In dit project is aangetoond dat een van de mogelijkheden voor gegevensuitwisseling die binnen enkele maanden realiseerbaar is uitgaat van de patiënt als schakel in het delen van informatie. Technisch en organisatorisch blijkt het mogelijk het dossier binnen een dag via een PGD ter beschikking te stellen aan een patiënt en een verwezen zorgverlener, waar in Nederland deze zorgverlener zich ook bevindt. Het is daarom aan te bevelen verder onderzoek te doen naar verwijsoplossingen waarbij gebruik wordt gemaakt van een PGD, om meer ervaring op te doen met de rol die patiënten zelf willen en kunnen spelen en het definiëren van geschikte en ongeschikte verwijscasus voor deze oplossing.
De volgende onderwerpen komen in dit hoofdstuk aan bod: